Raad van State zet vraagtekens bij gang van zaken Weda-pand

De Raad van State zet veel vraagtekens bij de wijze waarop de Gemeente Leeuwarden de omstreden vergunning voor de verbouwing van het Weda-pand heeft afgegeven. Niet alleen namens direct omwonenden, maar in het belang van de hele wijk vocht Stichting Vlietvaardig op 6 december de vergunningverlening opnieuw aan.

Eerder was al een succesje geboekt bij de rechtbank in Groningen. Die rechtbank vond ook al, dat gemeente Leeuwarden de vergunningsprocedure niet correct had uitgevoerd, maar liet de rechtsgevolgen in stand. Met andere woorden de buurt kreeg gelijk maar schoot er niets mee op. De huisjesmelker kon zijn gang gaan en aan de oververtegenwoordiging van studenten en zorgvragers werd geen halt toegeroepen. Reden voor Vlietvaardig om de procedure door te zetten.

Grote rode draad in de discussie was de wijze waarop de gemeente Leeuwarden met de belangen van de bewoners was omgesprongen en hoe er over werd gecommuniceerd. Vlietvaardig heeft meerdere pogingen moeten ondernemen om de gegevens, die normaal ter inzage hadden moeten liggen, in te kunnen zien.

Pas nadat andere belanghebbenden een WOB-procedure hadden aangespannen, kwam de informatie op tafel. Zo werden allerlei omissies zichtbaar. Bijvoorbeeld hoe de gemeente via een private overeenkomst, dus onderhands en los van de vergunning verstrekking, het aantal parkeerplaatsen had willen beperken tot vier. Voor Vlietvaardig komt dat niet geloofwaardig over: zogenaamd hoogwaardige appartementen bouwen, maar slechts een kwart daarvan zou een parkeervergunning kunnen krijgen.

En bovendien: hoe wordt dit gehandhaafd. Gaat de gemeente zichzelf controleren?

Ook de lage plafonds en de kleine appartementen duiden op verhuur aan juist die doelgroepen, waarvan we in de Vlietzone een oververtegenwoordiging hebben. Waarom afdeling Bouwen en Wonen hier niet het beleid van de raad om de leefbaarheid in de Vlietzone te verbeteren heeft gevolgd bleef onduidelijk.

Die onduidelijkheid bleef ook bestaan over de adviesaanvraag die de gemeente moet hebben gedaan bij Hus en Hiem. Ging het nu om 19, 15 of 9 appartementen? In de ogen van Vlietvaardig heeft men een soort van handjeklap gedaan. De Staatsraad kon ook moeilijk geloven, dat het hier om een simpele typefout ging.

Dat past goed in het beeld dat Vlietvaardig vooraf al van de hele procedure had. Het zo ruimhartig omgaan met de ‘kruimelregeling’ leidt tot het sjoemelen met de regels, die de rijkoverheid en de gemeente zelf hebben opgesteld. Dit beeld werd nog eens versterkt door de vraagtekens die bij de financiering van het pand en de verbouwing konden worden geplaatst. Vlietvaardig had al melding gemaakt van mogelijk ondermijnende activiteiten zoals witwassen, maar kon dat niet hard maken. De gemeente zou dat hebben uitgezocht maar kon geen verbanden leggen.

De banden tussen de financier en de pandjesbaas werden later wel publiekelijk zichtbaar gemaakt door de financier van de huisjesmelker zelf in een artikel in de Leeuwarder Courant. Camera was zelfs Douwes’ (de eigenaar van het Wedapand) ‘best friend’ op diens huwelijk. Vlietvaardig vraagt zich af hoe het kan dat de gemeente deze informatie niet zelf had kunnen vinden.

Doordat deze informatie niet beschikbaar was vóór de zitting van de rechter in Groningen, en dus ook geen deel uit kon maken van de procedure, kan dit ook in hoger beroep helaas niet meer worden meegenomen.

En passant werd ook duidelijk, dat het verweer dat de gemeente heeft gevoerd bij een andere omstreden verbouwing, Noordvliet 37 – eerder in gebruik bij de Sociale Dienst en bij de GGZ-, dubieus was. De vertegenwoordigster van de gemeente vertelde ter plekke, dat de norm van 65m2 BVO was losgelaten, en dat men nu uitging van een minimum oppervlakte van 18m². Uit navorsing dat een van de rechters ter plekke deed, bleek de 65m² norm niet verlaten te zijn, al werd nergens vermeld of het ging om Bruto Vloeroppervlak of Bruikbaar Vloeroppervlak. De 18m² norm telt voor studentenbewoning in de omgeving van het Rengerspark.

Dat de gemeenteraad niet in de procedure is betrokken, terwijl het pand een monumentstatus heeft  werd van gemeentewege verklaard door te stellen, dat dit gebruikelijk is:  Men laat het oordeel afhangen van een eigen deskundige en dan zou het niet in de raad te hoeven worden besproken.

Al met al laat de voorzitter van Vlietvaardig weten, dat de gang van zaken binnen de gemeente toch wel eens nader zou mogen worden onderzocht. Bijvoorbeeld door de rekenkamer. Dit nog los van de uitspraak van de Raad van State, die over 6 weken gepland staat.

Leave a Reply